Officieel kwaliteitslabel voor gendergelijkwaardigheid

Meer info

Officieel kwaliteitslabel

Rudy Aernoudt

Luister hier naar de podcast met Rudy Aernoudt

Rebel with a cause.

Voor mijn volgende interview ben ik naar de faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Universiteit in Gent gereden. Vanuit Hasselt ben je dan iets meer dan anderhalf uur onderweg. Enkel!, maar het is het meer dan waard voor een babbel met Professor Rudy Aernoudt.
Het Palmares van Professor Aernoudt – “je mag Rudy zeggen, want dat is mijn naam (lacht)” – zou op zich een podcast kunnen vullen. Daarom heb ik mij beperkt tot een opsomming van de belangrijkste wapenfeiten.

Mijn hobby is boeken lezen en schrijven. Van schrijven word ik gelukkig en zelfs wanneer ik moe ben, ontbreekt het me niet aan goesting om misschien nog een boek te lezen over filosofie.

Rudy studeerde economie en wijsbegeerte aan de KU Leuven en Europese economie aan het Europacollege te Brugge
Hij is hoofdeconoom bij de Europese Commissie. Waskabinetchef van Henri Malosse, de voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC), kabinetschef van zowel Waals minister van economie Serge Kubla als van federaal en later Vlaams minister van economie Fientje Moerman.

Dat betekent dat hij meer dan waarschijnlijk de enige is, – sowieso in België – die kabinetschef was op Europees, federaal en regionaal vlak in Vlaanderen én Wallonië. Volgens de krant De Morgen een vermelding waard in het Guinness book of records.

Rudy is professor economie aan de Universiteit Gent en de universiteit van Nancy. Hij was Gastprofessor aan de Universiteit van Luik en Brno in Tsjechië. Professor Aernoudt was eveneens voorzitter van de denkgroep België Anders en Directeur-Generaal van de ngo One laptop per Child

32 publicaties waarvan de eerste teruggaat naar 1998 ‘Grenzen van de Economie’ en de laatste van dit jaar, Coronavirus: Elektroshock voor België én 350 papers verder, vraag ik me af waar hij de tijd vond om dit en nog zoveel meer te realiseren. En dan volgt er een eenvoudig antwoord: ”Mijn hobby is boeken lezen en schrijven. Van schrijven word ik gelukkig en zelfs wanneer ik moe ben, ontbreekt het me niet aan goesting om misschien nog een boek te lezen over filosofie. Werktijd en vrijetijd lopen bij mij naadloos over in elkaar. Ik heb altijd gezegd dat wat ik doe als werk, moet ook mijn hobby zijn, anders stop ik ermee.”

Economie, een passie.

Naast economie studeerde Rudy ook filosofie in de overtuiging dat we oppervlakheid uit ons leven dienen te bannen. John Stuart Mill is daarin voor hem een voorbeeld: “een goeie economist is meer dan economist.” Rudy neemt geen blad voor de mond wanneer hij het over economisten heeft: “Aangezien ikzelf er eentje ben, mag ik ook kritiek geven (lacht), maar economisten kunnen zo narrow minded zijn. Je moet een openheid hebben. Ik raad daarom mijn studenten economie aan dat ze niet een master na een master van hetzelfde moeten behalen. Doe nog iets anders! Doe sociologie, doe rechten, maar doe iets totaal anders. Dat je een tweede openheid hebt, een tweede perspectief.” Rudy gelooft niet in het hokjes denken. “Tandarts bv zou nooit iets voor mij geweest zijn. Een heel leven lang enkel aan tanden zitten, zou niks voor mij zijn. Met Economie kan je alle kanten uit.”

De betekenis van Economie

Zelf is Rudy Professor Corporate Finance. Hij omschrijft het als wellicht één van de saaiste vakken die studenten hebben. Maar zo is hij ook overtuigd dat wanneer je eenmaal in het mechanisme zit, je het leuk vindt. Het komt er enkel op aan om die stap te zetten.

Hoewel filosofie voor hem deel uitmaakt van het geheel, ziet hij de realiteit dat alleen daarvan je waarschijnlijk het beleg op je boterham niet zal verdienen. Maar economie is deel van het leven en die combinatie vormt ook de passie die Rudy meedraagt: “het passioneert me omdat men economie te veel beschouwt als een doel. En daar kom ik dan als transfilosoof. Economie is geen doel, economie is een middel. Stel dat we morgen zouden zeggen dat we enkel gaan kopen, wat we nodig hebben, dan valt de economie in elkaar. Economie is nu gebaseerd op consumptie van dingen die we niet nodig hebben. Maar ik denk dat we economie ook moeten durven herdenken. Economie is er ten dienste van de mens en niet omgekeerd. We zijn onderweg de betekenis van geld vergeten. Geld was een ruilwaarde, maar kreeg een andere betekenis. Het is iets op zich geworden. En wanneer het iets op zich is, heb je er ook nooit genoeg van.”

Dat is ook de reden waarom steeds meer mensen tegen een burnout aanlopen: “het is de grootste ziekte van deze tijd. Men verricht werk dat men niet graag doet, waarmee we geld verdienen om dingen te kopen die we niet nodig hebben. Misschien toch eens over nadenken of dit dan wel het juiste model is.”

De keuze van een adviserende rol

Wanneer je de levensloop van Rudy bekijkt, neemt hij vooral de rol op van lesgever, adviseur. Ook op corporate vlak heeft hij zijn stempel gedrukt daar waar men beroep op hem wou doen. “Ik werd ook door vrienden gevraagd om businessplannen te herstructureren om banken inzichten te geven in mogelijkheden.”

Toch was de keuze van de meer sociale aanpak, ondanks zijn liberale overtuiging (lacht), erg bewust: “ik dacht altijd om vanuit de publieke sector – universiteiten, commissie, kabinetten – het verschil te kunnen maken. Daar word je verondersteld om te werken in kader van het algemeen belang. En wanneer je de mammoetboten op dat moment een beetje van richting kan laten veranderen, dan verander je de wereld.” Voor Rudy is het belangrijk om daar te kunnen zijn waar je de dingen ook kan veranderen. Dat kan in de ondernemerswereld zijn, de publieke wereld, bij ngo’s, de studenten, want bij deze laatste ligt sowieso de toekomst.

Als je iets doet wat niet in het algemeen belang is, maar in het eigen belang, of dat van een paar vriendjes, dan weet je dat.

L’enfant terrible.

Er werd al wat inkt gebruikt om te schrijven over de rebel die er binnen Professor Aernoudt schuilgaat. “Ik houd niet van verlicht despotisme,” gaat Rudy verder. “Ik houd er niet van dat mensen gewoon maar om een bepaalde functie, of statuut te hebben of te behouden, dingen doen die eigenlijk niet conform zijn met wat ze denken. En persoonlijk heb ik geen probleem met het ticket rebel dat er op me gekleefd wordt, want het systeem kan pas veranderen wanneer je mensen hebt die dingen doen veranderen. Er zijn binnen dit land zoveel dingen die dienen te worden aangepakt. En alleen al wanneer ik zie hoeveel verkwisting zou kunnen vermeden worden en terzelfder tijd zie dat er zoveel mensen in armoede leven (1 op 4 in Brussel), dan zijn we verkeerd bezig. Ik beschouw het dan als mijn taak, om daar niet aan mee te doen. Ik wil niet voor een bepaalde post, of voor het behoud van mijn chauffeur kiezen om een contract te tekenen en dat heb ik ook bewezen.”

Rudy schreef het boek ‘Waarom corruptie welig tiert’. Hij koos ervoor om geen definitie te geven aan het woord corruptie omdat hij ervan overtuigd is dat eenieder die zich corrumpeert dat ook weet: “we zijn kinderen van de verlichting. Als je iets doet wat niet in het algemeen belang is, maar in het eigen belang, of dat van een paar vriendjes, dan weet je dat. Daar hoeven geen filosofische discussies rond worden gevoerd. Wanneer je dan bereid bent om die prijs te betalen, dan is dat zo, maar ikzelf ben daartoe niet bereid.” Er ligt in deze nog een belangrijke taak voor het onderwijs weggelegd. Er is vaak een tekort aan integere mensen. Rudy merkt dat ook binnen zijn studenten. Er worden nu keuzes gemaakt naar bedrijven die integriteit tonen, eerder dan voor het geld te kiezen.

Ze willen kiezen voor de maatschappelijk waarden binnen bedrijven, net zoals ze die ook zullen zoeken binnen de politiek.

Een charter tonen van MVO volstaat niet meer. Je moet aantonen wat je ook werkelijk onderneemt.

MVO.

Maatschappelijk verantwoord ondernemen mag geen marketingproduct worden. Het dient écht te zijn. Een charter tonen van MVO volstaat niet meer. Je moet aantonen wat je ook werkelijk onderneemt. “Ik ben er zeker van dat bedrijven die zich inzetten voor milieu, circulaire economie, sociale aanpak, de bedrijven zijn die er gaan komen.”
“De toekomst is niet weggelegd voor de unicorns, maar voor de zebra’s” aldus Professor Aernoudt. “De zebra’s zijn de bedrijven, die zien dat het niet wit of zwart is, maar dat het wit én zwart is. Als bedrijf moet je winst maken, overleven, duurzaam zijn, maar het is ook het andere, het zachte, het sociale, het intermentale.”
Hoewel we kinderen van Plato zijn, dienen we te stoppen met het dualisme. Het is niet economie versus ecologie, maar economie door de ecologie. Het is ecologische economie.

Ook voor de door de VN uitgeschreven SDG’s moeten we toekijken op de authenticiteit. Als bedrijf dien je voorzichtig om te gaan om er geen fout marketingproduct van te maken omdat men denkt dat men zich het niet kan veroorloven om het links te laten liggen. “Ik wil bedrijven oproepen om erover na te denken om er iets mee te doen. Zoals Ford in Michigan die zwaar investeerde in hun dak dat depollueert terwijl ze in het fabriek auto’s assembleren. Zo kan je ook nadenken als bedrijf over armoede en op termijn zal dat voor het bedrijf de waarde bepalen. De ESG-criteria (Environmental, Social & Governence) zullen straks mee het verschil van de waarde van bedrijven maken.”

Gendergelijkwaardigheid.

Puur economisch gezien kan vandaag een bedrijf pas overleven en een mooie toekomst hebben wanneer er constant wordt geïnnoveerd. Duizenden studies toonde deze correlatie reeds aan.

Maar hoe pak je dat nu aan: “Wanneer je 15 ingenieurs tussen de 50 en de 60 jaar in pak en das in een kasteel stopt, met de vraag er pas uit te komen wanneer ze iets hebben uitgevonden, dan sterven ze allemaal in het kasteel (lacht). Waarom? Omdat er geen diversiteit is. Je hebt mannen en vrouwen, ouderen en jongeren, alle culturen nodig om te innoveren. Gendergelijkwaardigheid is economie. Je dient te beseffen dat als je binnen een RvB vrouwen alleen gebruikt als mascotte, of omdat het moet, je het kan vergeten. Je dient te beseffen dat vrouwen een gelijkwaardige inbreng dienen te krijgen. Dát is de toekomst van ondernemingen.”

Alleen is het tijdsbeeld waarin de ingenieurs die van 50 en 60 jaar heel anders dan het huidige tijdsbeeld. “Het is precies dat wat ik met mijn boek ‘Coronavirus: Elektroshock voor België’ beoog. Dat mensen gaan nadenken. Het stereotype van de baas met sigaar en glas whisky die wacht op zijn mensen die om negen uur op het bedrijf toekomen, is voorbij.”

Het input denken moeten we gaan ombouwen. “Als Secretaris-Generaal van Vlaanderen was de eerste beslissing die ik nam het afschaffen van de prikklok. Dat kostte me 4 maanden aan onderhandelingen met de vakbonden omdat mensen denken in termen van input: wanneer ik mijn uren op kantoor doorbreng, kan me niets gebeuren.”

Denken in termen van output vraagt aanpassing, houdt een mentaliteitswijziging in en daar heb je het juiste management voor nodig. Diversiteit leidt tot innovatie en daaruit voortvloeiend rendabiliteit.

Zo is het vandaag nog steeds onwezenlijk dat in Europa slechts 1,5% van risicokapitaal naar bedrijven gaat geleid door vrouwen, hoewel de ROI bij deze bedrijven beter is. “Helaas is dat nog een overblijfsel van de oude mannenwereld.”

Het gevaar dat vrouwen opnieuw overbelast worden door Covid-19.

Voor Rudy is het duidelijk dat we nog steeds stigmatiseren. De man die thuis de pampers ververst, wordt beschouwd als de moderne man. Impliciet bevestigt dat het oude rollenpatroon dat we dienen op te bergen, maar dat dit niet over een nacht ijs zal gebeuren, is evident; het is een proces.

Professor Aernoudt gaat verder: “Mocht ik nu een sigaret opsteken, zou jij heel verwonderd vragen wat ik doe, terwijl 10 jaar geleden dat de meest normale zaak van de wereld was. Dingen kunnen zeker veranderen. In de politiek zien we daarvan de eerste voorbeelden: Merkel, Ursula von der Leyen.” (en nu met de verkiezingen in Amerika Kamala Harris nvdr)

Covid-19 werd het best bestreden in landen waar een vrouw aan het hoofd staat, en corruptie tiert er minder welig. Rudy vraagt zich dan ook terecht af hoelang het nog zal duren voor de ogen van veel mannen geopend worden.

Gendergelijkwaardigheid is economie. Je dient te beseffen dat als je binnen een RvB vrouwen alleen gebruikt als mascotte, of omdat het moet, je het kan vergeten.

Aanlopen tegen frustraties.

Zelf raakt Rudy nooit gefrustreerd. Als grote fan van Che Guevara is zijn motto: het was onmogelijk, maar niemand heeft het mij gezegd. Misschien haal je niet altijd je doelstellingen en dat is dan waarschijnlijk ook eigen aan de rebel die er in Rudy zit: “Misschien zijn de ideeën nog niet rijp genoeg op het moment dat ze er bij jou zijn, zoals het voorbeeld dat ik al aanhaalde van de prikklok. Mijn collega’s verklaarden me compleet gek, maar 3 jaar later deed iedereen het wel.”

Frustratie komt er enkel wanneer je de tijd niet rijp laat worden om tot de uitvoering te gaan van ideeën die er in je leven. Opportuniteiten zien, beslissingen nemen! Volgens Rudy zijn de huidige tijden nog nooit zo opportuun geweest als nu om je eigen business op te starten. Nu anticiperen op de nieuwe mogelijkheden.

De niet zo aanwezige papa.

Door het drukke leven dat Rudy leidde en nog steeds leidt, was hij niet de meest aanwezige papa, hoewel hij een uitstekende band met zijn dochters opbouwde.
14 jaar als kabinetschef combineren met een professoraat en heel veel schrijven, creëert weinig ruimte voor andere dingen. Wanneer je dag en nacht bezig bent met je passie, geeft dat uiteraard enorm veel voldoening. Er bestaat voor Rudy ook niet hét model van hoe de ideale wereld er zou uitzien. Je kan moeilijk verwachten dat vanaf morgen alle mannen thuisblijven.

Het gaat over het creëren van gelijke kansen. Het niet beknotten van vrijheid. De gelegenheid scheppen om ieder ‘zijn of haar ding’ te laten doen.

Het hoofd leegmaken en dromen beleven.

De sublieme ontspanning voor Rudy betekent bezig zijn met het volgende boek, de volgende paper, het volgende debat met zijn studenten. Denken hoort bij zijn DNA.
Als kind zag hij zich als een professor wiskunde. Een niet voor de hand liggende kinderdroom, maar een passie die er altijd al was. Economie, wiskunde en filosofie raken elkaar. Mathēmatikē is het weten nog voor de ervaring er is. Dat is wat hem boeit!

Die ene roman.

Ondanks dat Professor Aernoudt heel wat boeken, papers en columns bij elkaar schreef, ontsproot er slechts één roman uit voort. Volgens heel wat critici een heftig boek dat een weinig benijdenswaardig beeld schept op de Vlaamse bedrijfswereld en de ware natuur van de mens.
Het werk kwam er door een weddenschap met vrienden tijdens een eindejaarstrip naar Parijs. Een jaar later zouden ze opnieuw bij elkaar komen en Rudy’s vrienden daagde hem uit om een jaar later zijn roman te hebben geschreven en uitgegeven. Indien hij er niet in zou slagen, zou dat betekenen dat hij hun jaarlijkse trip zou financieren (lacht). Een uitdaging die Rudy niet uit de weg wou gaan. Een jaar later was De Duivelszak een feit. Een week later was het boek volledig uitverkocht.

Voor Rudy is een schrijver niet iemand die zich louter stort op fictie, dan wel feitelijk onderbouwde literatuur. We raken het er wel over eens dat benadering toch enigszins anders is. “Het boek gaat over intriges, corruptie, seks, want de bedoeling is uiteraard ook om het te verkopen” (lacht). En hij voegt er lachend aan toe: “ik ben een man en heb zeker fantasie. Voor mij was het een leuke ervaring en ik sta er zeker voor open om dat nog eens over te doen.”

Hoewel de andere boeken gebaseerd zijn op feiten, doen ze bij menig lezer de wenkbouwen fronsen Alleen al de levenservaringen rond zijn kabinetswerk uitgeschreven in Wedervaren van een cabinetard is een boek dat inhoudelijk voor velen ongeloofwaardig lijkt, maar volgens insiders nog onvoldoende de ernst van de situatie op kabinetten weergeeft.

Het probleem is dat we naar de oorlog trokken met lege zakken. Erger nog, met zakken vol schulden, waardoor we nu schulden gaan cumuleren.

De staatsschuld na Covid-19.

En hoe moet het dan verder nadat de regering stopt met Sinterklaas te spelen?
Rudy is voorstander van Sinterklaas in crisistijden. We zitten op ongeveer 12% BBP als steunmaatregel. Het naoorlogse Marschallplan was 1,5%. Dat betekent dat we op dit moment 8 keer zoveel geld in onze economie pompen. “De kern daarvan – technische werkloosheid, zelfstandigen ondersteunen – vind ik goed” gaat Rudy verder. “Het probleem is dat we naar de oorlog trokken met lege zakken. Erger nog, met zakken vol schulden, waardoor we nu schulden gaan cumuleren.”

De overheid dient een anticyclisch beleid te voeren. Wanneer het goed gaat dient ze zich terug te trekken, wanneer het slecht gaat, zoals nu, dient ze er sterk te staan. Het probleem staat er vooral in dat ze zich niet terugtrekken. “54% van de economie is in overheidshanden. Op het hoogtepunt van COVID liep dat zelfs op tot 70%. En eigenlijk zou in de meest optimale omstandigheden, volgens alle studies en in niet-crisistijden, de economische interventie tussen de 37 en de 42% mogen zijn. Dus zelfs wanneer we de bovenvork nemen, hebben we nog steeds meer dan 10% teveel. Dan spreken we over 45 tot 50 miljard per jaar die in handen zou dienen te zijn van de privésector, maar nu in handen is van de overheid. Dat leidt ertoe dat mensen geen zin hebben om te ondernemen, teveel belastingen betalen, werkloosheid onbeperkt is in de tijd. Vandaar mijn boek Coronavirus: elektroshock voor België? Een elektroshock zou ervoor moeten zorgen dat we net die zaken aanpassen.”

Maar er is hoop door het ontzettend potentieel dat we hebben door in eerste instantie verkwisting tegen te gaan.  We zijn bovendien een land dat nieuwe mogelijkheden ziet en aangrijpt. Ook dat bewijst deze Coronatijd. “We zijn een topspeler in de gezondheidszorg, dat zou bv een exportproduct moeten worden. De digitale jump die we maakten, waarbij bv oude professoren nu achter een scherm lesgeven, is toch fantastisch!”

Voor Rudy is het duidelijk dat de digitalisatie een enorm potentieel aanreikt voor toekomstige generaties. En daar ligt een belangrijk verantwoordelijkheid voor ons onderwijs. Mensen kritisch maken en systemen bouwen om het beste uit de mensen te halen.

Voor mensen die niet meekunnen, heb je sociaal beleid. Maar je mag dat niet mengen. Zij die niet zo makkelijk meekunnen, dienen we in de juiste richting te duwen, het onderste uit ‘hun’ kan te halen eerder dan hen in een lange werkloosheid in slaap te wiegen. Daar bewijs je niemand een dienst mee. En dat alles kan alleen in ons België. De rest van de wereld is dus verkeerd.

Over dat stokpaardje spreek ik graag nog eens een volgende keer af.

Deel dit artikel

Wij maken gebruik van cookies of gelijkaardige technologieën (bv. pixels of sociale media plug-ins) om o.a. uw gebruikservaring op onze website zo optimaal mogelijk te maken. Daarnaast wensen wij analyserende en marketing cookies te gebruiken om uw websitebezoek persoonlijker te maken, gerichte advertenties naar u te verzenden en om ons meer inzicht te geven in uw gebruik van onze website.

Gaat u ermee akkoord dat we cookies gebruiken voor een optimale websitebeleving, opdat wij onze website kunnen verbeteren en om u te kunnen verrassen met advertenties? Bevestig dan met "OK".

Wenst u daarentegen specifieke voorkeuren in te stellen voor verschillende soorten cookies? Dat kan via onze cookie policy. Wenst u meer uitleg over ons gebruik van cookies of hoe u cookies kan verwijderen? Lees dan onze cookie policy.