Griet Keersmaekers – Mathieu Gijbels
Beluister hier de podcast van Griet
Tekst: Schrijfgerief (Belinda Bruzzese)
Foto’s: Kurt Liefsoons fotografie
Onze podcast-invitée van vandaag is Griet Keersmaekers, Development Manager Industrieel Vastgoed bij Mathieu Gijbels POB en Facility Manager bij Mathieu Gijbels (Bedrijfs- en Kantoorbouw). Dat betekent concreet dat ze verantwoordelijk is voor alles wat te maken heeft met het patrimonium van de groep.
Wie is Griet?
We hadden haar ooit al eens geïnterviewd, maar wilden Griet deze keer vooral aan de tand voelen over de uitdagingen die ze de laatste 2 jaar op haar bord heeft gekregen.
Bovendien zijn we destijds weinig te weten gekomen over haar achtergrond. Dat zetten we vandaag meteen even recht.
Onze Development Manager Industrieel Vastgoed is getrouwd met Kurt, die ook bij een aannemer werkt als senior projectleider, maar dan op het gebied van de algemene aanneming.
Samen hebben ze een prachtige 16-jarige dochter, Eline, en het gezin werd 1,5 jaar geleden uitgebreid met een geweldige hond: een Vizsla, die ze op aanraden van een collega adopteerden vanuit Hongarije.
Twee gepassioneerde bouwers aan de ontbijttafel. Wordt er dan nog over andere dingen gepraat? ‘Gelukkig hebben we naast onze gemeenschappelijke interesse in de bouw nog veel meer gemeenschappelijk, dus dat zit wel goed!’, lacht Griet.
Een bont geschakeerde carrière
Als we onze gast vragen naar haar professionele voorgeschiedenis, weet ze amper waar te beginnen, want het was een lang en meanderend parcours. Ze startte ooit met de opleiding architect-assistent, die ze niet afmaakte omdat ze na een jaar al de kans kreeg om vakantiewerk te doen in de metaalsector. Omdat er al snel een vast contract op volgde, redeneerde Griet: studeren is goed, maar geld verdienen is beter. Toch begon er op den duur iets te knagen. En brak er een langdurige periode aan van allerlei opleidingen.
Van vastgoedmakelaar over architectuurtekenen – dit samen met haar man – tot project management bij Vlerick Business. ‘Het was een kwestie van mijn passie achterna te gaan, namelijk levenslang leren. Ik raad het iedereen aan: ga een opleiding volgen rond je passie en ontplooi jezelf in plaats van te stoppen na je studie en vast te roesten in je job.’
Kansen krijgen of creëren?
Meer dan 20 jaar bij dezelfde groep, dat is niet niks. Als X² zijn we dan ook benieuwd of Griet hier alle kansen in de schoot geworpen kreeg, of toch eerder zelf heeft afgedwongen.
Het antwoord is heel duidelijk: ze koos zelf haar pad. Als tekenaar in de metaalsector wilde ze meer, ‘want in mijn eentje van 9 to 5 aan een bureau zitten is niks voor mij. De studie vastgoedmakelaar was al verdiepend, en daarna volgde het projectmanagement, maar er zijn nog veel meer dingen die me interesseren: financieel management boeit me bijvoorbeeld heel erg – niet het boekhoudkundige maar wel strategisch en financieel management. Die moeten voor meer diepgang zorgen binnen mijn huidige job.’
We stellen vast dat Griet dankzij haar leergierige aard erg gegroeid is. Nu zal ze vast wel alles onder de knie hebben, dus hup naar de volgende uitdaging? Geenszins, zegt ze. De honger naar meer kennis op zichzelf is haar motivatie. Zich volop in de passie gooien en dit dagelijks blijven doen, samen met haar collega’s, die ze erg waardeert. Haar pad moet sowieso haar passie volgen, mochten we dit nog niet begrepen hebben.
POB: de nieuwe uitdaging
Haar woorden zijn nog niet koud of er dient zich al een nieuwe rol aan voor onze gast: projectontwikkelingsbegeleiding. Natuurlijk zijn we razend benieuwd naar dit mondjevol.
POB of projectontwikkelingsbegeleiding is een initiatief van collega Christof Van Hoof en Griet zelf. De nieuwe afdeling werd op poten gezet omdat er veel vraag kwam vanuit de bedrijfswereld. Ondernemers zitten bijvoorbeeld vaak verveeld met hun vastgoedpatrimonium als ze hun bedrijf stopzetten of zich willen focussen op hun core business. Ze vragen zich af hoe het verder moet met hun onroerend goed. Ze schakelen dan meestal een makelaar in voor de verkoop of verhuur, maar de interesse blijft veelal uit. Enter POB van Mathieu Gijbels.
‘Wij willen het vastgoedvraagstuk oplossen. De vraag rond het vermarkten (verkoop, verhuur) van het patrimonium kan interessant zijn, maar blijft dit ook zo met het oog op de toekomst –
lees: de kinderen? Kunnen we de volgende generatie niet beter klaarstomen voor de verhuur, bijvoorbeeld?’ Het is dus de bedoeling om actieve zowel als gestopte ondernemers te helpen met hun vastgoedvraagstuk.
Van bakstenen naar maatwerk
Het POB-project kijkt veel verder dan de bakstenen en de vraag of en hoe er bijgebouwd kan worden. Werkelijk alle aspecten worden in kaart gebracht en er wordt onderzoek gedaan naar alle parameters. Vragen die Griet beantwoord wil hebben, zijn: hoe ziet de bevolking eruit in de stad of gemeente, wat vraagt de markt en welke behoeftes zijn er bij de ondernemers te onderscheiden? De mogelijke antwoorden: ik wil van mijn vastgoed af, dus ik wil het verkopen, of ik wil een portefeuille opbouwen om iets in handen te hebben voor de toekomst. ‘Dit is de eerste fase: kijken wat de ondernemer in kwestie echt wil met zijn onroerend goed en wat de mogelijkheden zijn’, zegt Griet. ‘Daarna gaan we daar dieper op in. Is er bijvoorbeeld wel een grote vraag naar huurpanden in de omgeving, dan zetten we een model op om te bepalen of er voldoende rendement te halen valt. Pas in de vierde en laatste fase volgt de uitvoering van de plannen zelf.’
Langzaam maar zeker
POB mag niet verward worden met wat het bouwteam van Mathieu Gijbels doet. Dit laatste realiseert samen met de architect de bouwdroom voor de ondernemer volgens zijn/haar/hun wensen en budget. Het is een vast programma dat gevolgd wordt, dus zonder de bij uitstek persoonlijke aanpak die POB wél biedt. POB legt dan weer de nadruk op het specifieke vastgoedvraagstuk van de ondernemer, waarbij antwoorden worden gezocht/gegeven op financieel en andere vlakken.
Intussen zijn Griet en haar team bijna 2 jaar bezig met POB, maar pas begin 2022 komen de projecten in de uitvoeringsfase. De beslissings- en voorbereidingsperiode is een traject dat best wel wat tijd in beslag neemt, zodat ondernemers weloverwogen keuzes kunnen maken en hun vennootschap echt klaar is om de volgende generatie te betrekken in het traject.
De kinderen zelf worden ook niet vergeten, maar mee in kaart gebracht.
Griet vindt dit zelf een heel boeiend aspect van haar werk, want het gaat om heel diverse ondernemingen, met heel verschillende keuzes en plannen. Vaak is er sprake van uitgebreide gronden, die heel wat verloren geld vertegenwoordigen, terwijl de corebusiness eigenlijk voorrang zou moeten krijgen. We stellen én beantwoorden dan ook de vraag hoe we dit slapende geld kunnen inzetten om de kernactiviteiten van het bedrijf een boost te geven.
Quizzen en koolmeesjes
Griet draagt buiten POB ook zorg voor het eigen patrimonium van de groep. Ze volgt hierbij het VCDO – Voka Charter Duurzaam Ondernemen. Dit is een tool waarmee een bedrijf werkt volgens de 17 duurzaamheidsdoelstellingen van de Verenigde Naties. Gijbels Groep deed dit eigenlijk altijd al, zonder dit om te zetten in een certificaat. Tot het bedrijf vorig jaar besloot dit vast te leggen, en elk jaar een actieplan op te stellen om eraan te werken. Het blijft niet bij groen ondernemen en energie besparen, want dit doet iedereen al. Ook het welzijn van mensen moet meespelen, en dit is zeker zo sinds de lockdowns. ‘Zo organiseerden we bijvoorbeeld een quiz voor de werknemers tussen de middag, en we hebben ook een boshuis, waar we tot rust komen. De eiken op ons domein hebben elk jaar last van de eikenprocessierups. Ook daarvoor vonden we een natuurlijke en duurzame oplossing: we hingen kastjes op voor koolmeesjes – volgens de regels van de kunst: op het oosten en hoog genoeg – om ze te laten overwinteren. Aangezien koolmeesjes de natuurlijke vijanden zijn van de eikenprocessierups, konden we vanaf dat moment alle bestrijdingsmiddelen die we vroeger gebruikten achterwege laten.’ De collega’s zijn inmiddels zo enthousiast dat ze om extra voederhuisjes vragen. Er zijn zelfs eekhoornhuisjes geïnstalleerd, via een vaste samenwerking met het vlakbij gelegen Natuurhulpcentrum. Bovendien kan ook Hart voor Limburg op de actieve medewerking van het bedrijf rekenen. Niet alleen de eigen mensen worden dus betrokken, maar ook eventuele toekomstige werknemers uit de streek worden niet vergeten. Dat vinden we toch wel een bijzonder mooie filosofie, daar bij Mathieu Gijbels.
De corona-uitdagingen
We willen natuurlijk ook weten of Griet het lastig heeft gehad in de covid-periode.
De positief ingestelde manager is van mening dat deze tijden voor niemand fijn zijn, maar voor haarzelf was het hele coronaverhaal eigenlijk een hefboom die haar deed stilstaan bij wat welzijn eigenlijk betekent. Bij haarzelf zowel als bij anderen. Welzijn is voor Griet niet alleen de fysieke gezondheid om het virus te weerstaan, maar speelt ook op het mentale vlak: bijvoorbeeld bij het telewerken in plaats van ‘s middags thuis te lunchen even met de hond gaan wandelen in het bos. Die kleine momenten zetten aan tot zelfreflectie, en dat doet een mens goed, zegt ze. ‘Ook ons gezin voer er wel bij. Mentale gezondheid, je goed voelen in je vel, doen wat je graag doet: daar heb ik vooral bij stilgestaan. Ook bepaalde zelfzorgboeken lezen,…
Ik merk dat anderen dit ook ontdekt hebben. En ondanks de beperkte ‘bubbels’ toch naar buiten gaan: misschien niet zo vanzelfsprekend, maar ook dat ik het nodig heb om van de zon te genieten, is iets waarvan corona me bewuster heeft gemaakt.’
Face-to-face vergaderen is niet altijd mogelijk in deze tijden, dus vragen we Griet of online meetings een handige uitkomst voor haar zijn. We zijn niet verrast over het antwoord: voor haar is echt menselijk contact sowieso te verkiezen. ‘Ik ga het liefst gewoon naar kantoor, waar mensen zijn om mee te sparren, te lachen,… Online vergaderen is prima, maar emotie en gevoel gaan erbij verloren, en de beleving is toch heel anders. De thuiscocon werkt inderdaad goed voor velen, maar ik heb het sociale aspect hard nodig.’
‘Waar blijft onze cake?’ Vrouw in een mannenwereld
Als vrouw en Development Manager Industrieel Vastgoed staat Griet dagelijks vooral in contact met mannen. Hoe moeilijk was het eigenlijk om haar mannetje te leren staan in die wereld?
Na meer dan 20 jaar lukt het haar aardig. Maar voor wie nieuw binnenkomt bij de bouw als vrouw moet zich volgens haar sowieso eerst bewijzen. Een veelzeggende anekdote: bij aankomst op haar eerste werf kreeg ze van een van de mannen te horen dat ze de volgende keer maar een cake moest meebrengen, ‘want cake bakken zul je wel goed kunnen’. Da’s goed, zei Griet, en bracht de volgende keer een cake mee, met een kwinkslag die het ijs brak. Daarna was het geen punt meer om met de mannen de werf op te gaan. ‘We moeten er niet flauw over doen:
mannen in de bouw zijn altijd vanzelfsprekend geweest – vrouwen nog steeds niet. Mannen durven nogal eens te twijfelen aan de fysieke kracht van vrouwen, hoewel ze door de jaren heen zijn gaan beseffen wat ze aan mij hebben. Er is nu veel wederzijds respect, want kou en hitte deren ons niet: we staan er altijd, in alle omstandigheden.’ Werfvergaderingen probeert Griet trouwens zoveel mogelijk net voor of na het middaguur te organiseren, zodat ze haar boterhammen bij de mannen in de werfkeet kan opeten. Een goede manier om contact te houden en op de hoogte te blijven van wat er leeft. ‘Ik ben trouwens ook niet te mooi om iets vuils van de vloer op te rapen. Dat allemaal dwingt wel respect af, hoewel de bouw een echte mannenwereld is. Daarom denk ik dat er zo weinig vrouwen zijn: het overwegend mannelijke schrikt af.’ Maar er volgt onmiddellijk een oproep tot de dames: ‘Trek je stoute schoenen maar aan, want het is echt leuk met de mannen daar!’
De rode loper
Je kent ze wel: die typische bouwtoiletten. Een kleinigheid, misschien, maar we vragen ons hardop af: stel je voor dat je daar als vrouw naartoe moet. Maar dat is buiten Griet gerekend: ook daar heeft ze nooit een probleem van gemaakt. Want de toiletten in kwestie zijn unisex, dus voor iedereen geschikt. Haar man vindt het daarentegen wél een probleem. Voor haar hangt het meer van de ploeg af: zijn de mensen proper of niet. Het heeft daar dus meer mee te maken dan de kwestie of het vrouwen of mannen zijn. Er volgt nog een leuk verhaaltje. “Ooit kwam ik binnen in een keet en dacht ‘moeten die mannen echt in deze vuiligheid eten?’ “ Ze pakte prompt een borstel voor de vloer, veegde de tafels af en zei tegen de mannen: ‘Deze keer heb ik gepoetst – doen jullie vanaf nu maar hetzelfde.’ De keer daarop bleken de mannen voor Griet een rode loper geïmproviseerd te hebben, met een rood t-shirt op de grond. De boodschap was duidelijk: vanaf nu kun je hier van de vloer eten.
Vervrouwelijken van de werf
We informeren of de logistieke ondersteuning in de bouw misschien iets meer vrouwelijk moet worden gemaakt om meer dames aan te trekken. Zou dit het verschil kunnen maken?
Volgens Griet kun je als vrouw evenveel als mannen in de bouw – het onderscheid in fysieke kracht blijft natuurlijk wel behouden, maar iedere vrouw kan metselen. En vaak zelfs met meer oog voor detail dan de mannen, die toch wat botter te werk gaan. ‘Het zou dus zeker goed zijn om er op de werf een vrouw bij te hebben. Het ruwe karakter van het werk zelf schrikt hen vaak af,
maar ik zou het in ieder geval toejuichen.’
Weerbaarheid
Verbaal of fysiek grensoverschrijdend gedrag: heeft onze gast hier al mee te maken gekregen op de werkvloer? ‘Ik heb het nooit toegelaten, dus heb het nooit ervaren als ongepast gedrag. Misschien was het uit zelfbescherming. Als vrouw moet je je weerbaar opstellen, mentaal en sociaal. Ikzelf kan dit, maar ik raad het elke vrouw aan om vanuit je emotie te zeggen dat je bepaald gedrag niet oké vindt, en niet te aarzelen om andere vrouwen erbij te betrekken.’
Helpt het om een kwinkslag erin te gooien bij wijze van verweer? Ja, zegt Griet. “Als je zelf sociaal weerbaar genoeg bent, helpt dat altijd. Antwoord bijvoorbeeld ‘Die cake: is hij lekker? Ja? Goed zo. En anders bak je hem voortaan maar zelf!’ Zo kun je een negatieve situatie wellicht een positieve wending geven. Natuurlijk hangt het erg van de situatie af en zal dit niet altijd voldoende zijn. Maar praat erover en maak jezelf weerbaar!”
Grote dromen
Heeft Griet na meer dan 20 jaar bij het bedrijf nog professionele dromen? Jazeker: er zijn er nog heel veel, en heel grote. ‘In de nabije toekomst wil ik met POB de kruissnelheid bereiken. POB moet een sterk merk worden bij ondernemers. Daarnaast is welzijn een grote doelstelling. Ik wil een inspirator zijn voor jonge ondernemers die worstelen met bepaalde moeilijkheden.
Ik wil met hen praten en te weten komen waar ze het lastig mee hebben en hoe ze ermee omgaan. Bijvoorbeeld of ze deze of gene passie moeten volgen. Het antwoord is dan natuurlijk ja, en ik wil ze motiveren om de volgende stappen te zetten. Het kan trouwens ook om een van mijn collega’s gaan.’ De enorme begeestering van Griet moet dit zeker mogelijk maken, merken we op. Onze gast wijst nog op een belangrijk boek van de bekende Brené Brown, De moed van imperfectie. ‘Gewoon beginnen met wat je altijd al leuk vond. Tekenen en kleuren deed je bijvoorbeeld graag als kind, maar als (jong)volwassene ben je ermee gestopt. Of haal die gezelschapsspelletjes opnieuw boven, en speel! Die ‘goesting’ overbrengen naar anderen is mijn passie en die zou ik erg graag in de praktijk brengen.’
Als het maar sociaal is
Of Griet als kind een beeld had van wat ze later wou doen? Nooit, zegt ze. Ook als tiener niet. Wel was ze altijd al erg sociaal. ‘Van de Chiro en de zwemclub tot het woensdagse bibliotheekbezoek met vriendinnen – ik was altijd met mijn sociaal leven bezig. Pas toen ik vakantiewerk deed, via papa, in de metaalsector, dacht ik: ik wil gaan tekenen. Het besef dat ik een passie had voor de bouw kwam later pas. Ik organiseerde gewoon graag allerlei dingen met vriendinnen.’ Dit sociale aspect komt duidelijk terug in het POB-project – mensen helpen beslissingen te nemen, merken we op.
De bucketlist: het zijn Lappen!
De traditionele eindvraag wordt beantwoord: Griet heeft geen vast lijstje dat ze nog wil afvinken. Want ze wil altijd haar passie volgen, en die verandert nogal eens. Wat ze wél zeker eens wil meemaken, is met man en dochter het noorderlicht gaan bewonderen in Lapland, en de natuur daar ervaren. Ooit gaat het gebeuren – dat weet ze nu al. ‘In ieder geval bepaalt passie mijn pad. Mentale gezondheid houdt me momenteel erg bezig, maar morgen kan dit bijvoorbeeld ook knutselen zijn.’ Alles komt, met andere woorden, met stukken en beetjes op de bucketlist terecht.
We wensen onze gast alvast een mooie reis naar het Aura Borealis toe en bedanken haar voor het interview met de belofte binnen afzienbare tijd nog eens te komen kijken hoe het met het POB-project is gelopen.