Ayse – Atlas Copco
Tekst: Stephanie Dehennin
Foto’s: Sarah Van Looy
Wie zegt dat techniek en wetenschap het domein van mannen zijn?
Bij Atlas Copco, marktleider in onder andere compressortechnologie, willen ze komaf maken met dat cliché en geloven ze dat ook vrouwen hun mannetje kunnen staan in een technische productieomgeving.
Via inspirerende verhalen die laten zien dat je ook zonder technische opleiding via training
de nodige skills kan verwerven, dat technologie bijdraagt aan een betere toekomst en dat vrouwen – samen met mannen – daaraan hun steentje kunnen bijdragen.
Ayse (23) is een van die vrouwen. Ze woont in Berchem en werkt nu twee jaar bij Atlas Copco. Ze startte als jobstudent en kreeg inmiddels een vast contract.
Ik heb eigenlijk verkoop gestudeerd, een beroepsopleiding. Ik deed stage in een kledingwinkel waar ze heel tevreden waren over mijn werk. Ze boden me een contract aan, maar na zes maanden werken besefte ik dat die job niks voor mij was.
Ik wilde iets helemaal anders doen, met mijn handen werken en meer afwisseling hebben in mijn beroep. Mijn oom werkte al even bij Atlas Copco als monitor. Hij beheert materiaalkasten, bestelt onderdelen en leidt nieuwe mensen op. Toen hij me wist te vertellen dat Atlas Copco jobstudenten zocht, was ik meteen geïnteresseerd. Het leek me wel wat, met mijn handen werken tussen de machines.
Shoppen voor onderdelen
Ik mocht starten als kitter. Kitters zijn de mensen die onderdelen verzamelen in onze ‘supermarkt’ – we noemen dat zelfs ‘shoppen’. Die onderdelen brengen ze dan naar de monteurs. Kitten is op zich al een vrij gevarieerde job en je leert bovendien alle onderdelen van de machines kennen. Ik vond dat meteen een pak leuker dan in een winkel staan verkopen!
Na mijn studentenjob kreeg ik een interimcontract als kitter. Daarna ging ik naar de montagelijn om te monteren, om machines in elkaar te steken dus. Ik had nul ervaring met montage, maar omdat ik de onderdelen van de machines al kende, was het niet zo’n grote stap.
Ik kreeg zes weken een opleiding om te leren monteren. Die opleiding is heel praktijkgericht.
Je krijgt eerst alle uitleg, dan kijk je toe hoe een montage in zijn werk gaat, en vervolgens begin je stilletjesaan zelf te monteren. Als je er klaar voor bent, mag je zelfstandig beginnen werken.
Zonder technische opleiding moet je je natuurlijk even inwerken en met verschillende tools leren werken. Sleutels, boloneurs, ik kende al dat gereedschap niet, maar eigenlijk kon ik er vrij snel vlot mee overweg.
Niet afgeschrikt
Nu maak ik drogers die gebruikt worden in ziekenhuizen. Dat gaat heel methodisch in z’n werk: je begint werkelijk van nul, met de onderkant van de machine. Dan monteer je alle elementen in de machine, en uiteindelijk zet je het deksel erop.
Mijn oom, via wie ik Atlas Copco leerde kennen, wist dat ik het kitten leuk zou vinden, maar dat ik daarna ging monteren, was toch een verrassing voor hem. Ik had immers geen enkele ervaring, maar ik was niet bang van de uitdaging. Mijn vriendinnen zitten niet in de technische wereld, ook zij stonden wel even versteld toen ik als monteur begon te werken. Ik weet wel dat mijn verkoopsopleiding een ‘vrouwenrichting’ wordt genoemd, en techniek een ‘mannenwereld’, maar dat heeft me nooit afgeschrikt om te beginnen werken in een technisch bedrijf.
Of mijn job fysiek belastend is? Dat valt best wel mee. Voor de echt zware onderdelen gebruiken we een rolbrug, een soort takel waar je de stukken aan ophangt, om ze vervolgens naar de machine te takelen. En als ik ergens een probleem mee heb, komen mijn collega’s met veel plezier helpen.
Geen macho’s
Ik heb drie vrouwelijke collega’s op mijn afdeling, van wie ik de jongste ben, maar in het algemeen is er een gezonde mix qua leeftijd. Dat Atlas Copco achter diversiteit op de werkvloer staat en dus ook meer vrouwen wil aantrekken, vind ik positief. Het is zeker niet zo dat er hier een machosfeer heerst, maar ik vind het wel fijn om ook vrouwelijke collega’s te hebben, met een vrouw kan je toch over andere dingen praten dan met een man.
Als ik mijn studiekeuze opnieuw zou mogen maken, zou ik voor een technische opleiding gaan. Mechanica of elektriciteit hadden me wel gelegen. Ik stond er toen niet bij stil dat ik die richtingen kon volgen, er waren op dat moment nog niet veel meisjes die dat studeerden.
Variatie is plezant
Ik doe mijn job echt graag. Monteren is werk met veel afwisseling, we hebben zoveel verschillende machines en hoe meer machines je kent, hoe meer variatie in je werk.
Ik schat dat ik nu acht à negen machines kan monteren, ik leer steeds bij. Atlas Copco is een goede werkgever en de werksfeer is heel aangenaam.
Ik zou me nog willen opwerken op termijn. Ik zou graag auditor worden, want dat zijn mensen die zowat overal werken. Ze hebben contact met de monteurs, ze controleren individuele onderdelen, ze doen echt van alles wat. Daar moet ik nog naartoe werken, maar ik zie dat zeker zitten!