Charissa Leonidas – Atlas Copco
Tekst: Stephanie Dehennin
Foto’s: Sarah Van Looy
Wie zegt dat techniek en wetenschap het domein van mannen zijn? Bij Atlas Copco, marktleider in onder andere compressortechnologie, willen ze komaf maken met dat cliché en geloven ze dat ook vrouwen hun mannetje kunnen staan in een technische productieomgeving. Via inspirerende verhalen wil Atlas Copco laten zien dat je ook zonder technische opleiding via training de nodige skills kan verwerven, dat technologie bijdraagt aan een betere toekomst en dat vrouwen – samen met mannen – daaraan hun steentje kunnen bijdragen.
In deze blog interviewen we Charissa Leonidas (30). Ze woont samen met haar vriend en pluskindje in Wilrijk. Sinds een dikke twee jaar werkt ze als monteur.
Als monteur steek ik machines in elkaar. Ik begin van nul met de behuizing en daar monteer ik alle onderdelen in. Ik volg daarbij een plan dat aanduidt in welke volgorde ik moet werken. Of dat fysiek zware arbeid is? Dat valt best mee. Het ene element is wat zwaarder dan het andere, maar als het echt zwaar wordt, gebruiken we een takel. Sommige mensen denken misschien dat monteren een mannenjob is, maar dat is heus niet zo.
Als ik hier aankom, check ik eerst op welke afdeling ik die dag werk. Soms sta ik bij de robots, soms aan een andere post. Hoe meer posten je kent, hoe meer afwisseling. Ik werk ook in een drieploegenstelsel, dus met late, vroege en nachtshifts. In het begin was ‘s nachts werken een beetje pittig, maar je raakt eraan gewend.
Ik ben bij Atlas Copco terechtgekomen dankzij mijn vader, die hier werkt. Hij liet me weten dat het bedrijf zeker ook vrouwen aanneemt in technische functies, dus heb ik hier gesolliciteerd. Ik mocht beginnen als interim, dan als tijdelijke werkkracht en nu heb ik een vast contract. Ik heb hier dus al wel een parcours afgelegd.
Monteren kan je leren
Voor ik hier kwam werken, was ik ambulancier. Dat heb ik een jaar of vijf gedaan, maar voor mijn sociaal leven was die job niet optimaal. Ik wou iets anders gaan doen, ergens waar ik kon doorgroeien. Bij Atlas Copco heb je die mogelijkheid als je gemotiveerd bent en je best doet.
Ik ben hier begonnen als kitter en heb dan een opleiding gekregen tot monteur. Tijdens die opleiding word je goed begeleid tot je het monteren echt onder de knie hebt. In het begin volg je gewoon met een kaft in je hand, dan ga je het stilletjesaan zelf doen. Je mentor verbetert je waar nodig en voor je het weet ben je ermee weg.
Ik had geen technische achtergrond, maar ik wou wel bewijzen dat ik het kon. Niet dat ik het gevoel had dat ik op de vingers werd gekeken, ik wou het echt voor mezelf bewijzen. Ik denk dat dat is gelukt. (lacht)
Diversiteit is een werkwoord
Ik was de eerste jonge vrouw die binnenkwam op de afdeling. Ondertussen zijn er wel wat jonge vrouwen bijgekomen, wat ik heel positief vind. Als ik eens een lastige dag heb, ga ik toch sneller naar een vrouw om mijn ei kwijt te kunnen. Bij een man zou ik dat minder snel doen, al komen sommige mannen weleens mijn raad vragen over hun liefdesperikelen. (lacht)
Ik ben ook lid van het Diversity Team. Atlas Copco wil meer diversiteit op de werkvloer, en dit op alle diensten. Qua culturele diversiteit scoren we al goed, maar qua gender kan het nog beter . Het is niet gemakkelijk vrouwen te vinden voor technische functies. Ik wil dus graag vrouwen inspireren dat het kan, ook zonder technische achtergrond.
Toen ik gevraagd werd om het Diversity Team te vervoegen, was ik daar heel enthousiast over. Als arbeider kan ik veel input geven over wat er op de werkvloer leeft. Ik vind het belangrijk dat ik die inbreng kan geven.
We komen een keer per maand samen om te brainstormen, cijfers te bekijken en ideeën te vergaren. Op de laatste meeting hebben we bijvoorbeeld de kleedkamers besproken. Nu er meer vrouwen werken bij Atlas Copco, zijn die aan vernieuwing en vergroting toe. Ook zijn we bezig met de werkkledij. Momenteel is nog veel op mannen afgestemd, maar een vrouwenlichaam is gewoon anders gevormd. Het is de bedoeling om de volledige lijn van werkkledij te vernieuwen, ook voor mannen. Er komt een proefperiode van drie maand om de nieuwe werkkledij te evalueren, in alle verschillende functies. Het moet voor iedereen goed zitten en veilig zijn.
Veel voldoening
Ik doe mijn job echt graag, ik kom heel zelden met tegenzin werken. Ik heb leuke collega’s op wie ik kan rekenen en er heerst een echte groepsmentaliteit. Als ik toch een slechte dag heb, trekken mijn collega’s me erdoor. Je staat er zeker niet alleen voor, er wordt naar je geluisterd en als er problemen zijn, worden die aangepakt. Je kan altijd alles vragen, je hebt verschillende contactpersonen en gesprekken blijven vertrouwelijk.
Het leukst vind ik het eindresultaat. Het geeft me veel voldoening wanneer mijn pallet vol is, mijn elementen allemaal goed zitten en ik alles kan wegsturen. Ik sta ook geregeld aan de robots, dat is erg leuk om te doen en die variatie is verfrissend.
We worden hier echt goed verzorgd. We hebben onze eigen medische dienst, niet enkel voor ongevallen, maar ook voor kleinere kwaaltjes. Ons welzijn telt. We hebben hier ook een vakbond die klaarstaat om je te helpen.
Eerste vrouw
Wat de toekomst brengt? Ik wil eerst zoveel mogelijk leren: hoe meer posten ik onder de knie krijg, hoe beter. Ik zou misschien wel ‘Eerste Vrouw’ willen worden. Je hebt nu ‘Eerste Mannen’, die helpen de mensen op de werkvloer, lossen problemen op en beheren het materiaal. Als er ergens een achterstand is, springen ze bij. Het is een heel gevarieerde job die me erg aanspreekt. Dat is weliswaar niet voor morgen, maar ik heb tijd. (lacht)